Belangrijkste spieren
Het is belangrijk om te onthouden dat er vele spieren in het lichaam zijn(meer dan 600), en deze lijst is slechts een algemene opsomming van enkele van de belangrijkste spieren met de voornaamste functie. Bovendien werken spieren vaak samen om beweging mogelijk te maken, dus het is belangrijk om te trainen op verschillende spiergroepen en de functies die ze vervullen te verbeteren.
Borstspieren (pectoralis major en minor)
Buikspieren (rectus abdominis, obliques en transversus abdominis)
Rugspieren (trapezius, latissimus dorsi en erector spinae)
Schouderspieren (deltoids en rotator cuff)
Biceps en triceps (armspieren)
Quadriceps en hamstrings (beenspieren)
Gluteus maximus (bilspieren)
Kuitspieren (soleus en gastrocnemius)
Bekkenbodemspieren (pelvic floor muscles)
Diafragma (ademhalingsspier)
-
Gastrocnemius: Plantairflexeert de enkel en buigt de knie.
Soleus: Plantairflexeert de enkel.
Tibialis anterior: Dorsiflexeert en inverseert de voet.
Peroneus longus: Everteert en plantairflexeert de voet.
Peroneus brevis: Everteert en plantairflexeert de voet.
-
Quadriceps femoris (vastus lateralis, vastus medialis, vastus intermedius en rectus femoris): Strekt de knie.
Hamstrings (biceps femoris, semitendinosus en semimembranosus): Buigt de knie en strekt de heup.
Gastrocnemius: Plantairflexeert de enkel en buigt de knie.
Popliteus: Ontgrendelt de knie en helpt bij kniebuiging en rotatie.
-
Articulatio Coxae (Heupgewricht)
Het heupgewricht is een bal-en-socket gewricht dat een breed scala aan bewegingen mogelijk maakt, waaronder flexie, extensie, abductie, adductie, en rotatie.
Flexie:
m. Iliopsoas (bestaande uit de psoas major en iliacus)
m. Rectus femoris
m. Sartorius
Extensie:m. Gluteus maximus
m. Hamstrings groep (biceps femoris, semitendinosus, semimembranosus)Abductie:
m. Gluteus medius
m. Gluteus minimus
Tensor fasciae lataeAdductie:
m. Adductor longus
m. Adductor brevis
m. Adductor magnus
m. GracilisMediale Rotatie:
Gluteus medius (anterieure vezels)
Gluteus minimus (anterieure vezels)Laterale Rotatie:
m. Piriformis
m. Obturator internus
mm. Gemelli superior en inferior
m. Quadratus femoris -
Flexor carpi radialis: Buigt en abduceert de pols.
Flexor carpi ulnaris: Buigt en adduceert de pols.
Palmaris longus: Buigt de pols.
Extensor carpi radialis: Strekt en abduceert de pols.
Extensor carpi ulnaris: Strekt en adduceert de pols.
-
Biceps brachii: Buigt de elleboog en supineert de onderarm.
Brachialis: Buigt de elleboog.
Brachioradialis: Buigt de elleboog en helpt bij pronatie en supinatie van de onderarm.
Triceps brachii: Strekt de elleboog.
-
Deltaspier: Abduceert en buigt de schouder.
Rotator cuff spieren (supraspinatus, infraspinatus, teres minor en subscapularis): Stabiliseren de schouder en helpen bij rotatiebewegingen.
Pectoralis major: Adduceert en roteert de schouder intern.
Latissimus dorsi: Adduceert, beweegt de schouder naar achter en roteert de schouder intern.